Venlo

Via de media vernamen we dat vorige week de brandweercommandant van de Veiligheidsregio Noord-Limburg op non-actief is gesteld, en gisteren konden we via de website van L1 het daaraan ten grondslag liggende rapport lezen. Het ontslag en de rapportage zijn voor de SP reden om hierover vragen te stellen aan de burgemeester.

SP-raadslid Ton Heerschop: "Brandweermensen en mensen op de ambulance bij de GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, red.) zijn over het algemeen zeer deskundige en toegewijde medewerkers die 24 uur per dag beschikbaar zijn om calamiteiten het hoofd te bieden. Deze mensen verdienen ons diepste respect. Het is dan ook onbehoorlijk, ongewenst en onfatsoenlijk om over deze medewerkers op politiek niveau geïnformeerd te worden via de media.”

In de kern wil de SP weten of vanuit de voorzitter van de Veiligheidsregio, burgemeester Bruls, ondersteuning is voor de rapportage die de basis vormde voor het op non actief zetten van de brandweercommandant. Daarnaast ademt het rapport volgens de SP een te hoge bedrijfskundige benadering uit.
Heerschop: “Met certificaten en kwaliteitssystemen win je de slag niet, dat doe je met deskundige en geoefende mensen. Wij willen weten hoe die mensen gesteund worden vanuit de voorzitter van de veiligheidsregio.”

“Essentieel is de vraag wie nu opdracht heeft gegeven voor dit rapport en wat gedaan wordt met de aanbevelingen. Gaan deze door het democratische proces of wordt de Veiligheidsregio een zoveelste neoliberaal experiment waardoor democratisch toezicht wordt ontnomen?”, aldus Heershop.

Lees hieronder de brief die de SP-fractie stuurde:

Aan: College van B&W gemeente Venlo (via griffie)
Betreft: Schriftelijke vragen conform artikel 37 RvO
Onderwerp: Rapportage doorlichting Veiligheidsregio Noord-Limburg
Datum: 11 februari 2011

Geacht college,

Op 6 februari stelde VVD-raadslid dhr. Camp schriftelijk kritische vragen over de reden van schorsing van de brandweercommandant binnen de Veiligheidsregio Noord-Limburg. Gisterenavond (10 februari) stelde de regionale omroep L1 op haar website (1) het rapport beschikbaar, dat blijkbaar aanleiding is tot deze schorsing. De SP beseft dat de veiligheidsregio nadrukkelijk gaat over de opvolging van rampen en (grote) ongevallen. De aanwezige kennis bij de SP is dat de operationele lijnen, opleidingen en vakbekwaamheid van de medewerkers, over het algemeen van een hoog niveau zijn. Feit is dat de burgemeester van Venlo voorzitter is van de Veiligheidsregio en in die hoedanigheid spreekt de SP het Venlose college van B&W, en dus de burgemeester, hierover aan.
De rapportage en de ontstane situatie is voor de SP-fractie reden tot het stellen van de volgende aanvullende vragen, op de eerder gestelde vragen (2) van de heer Camp:

1. De ‘Rapportage doorlichting Veiligheidsregio Limburg Noord’ (1) van 26 januari 2011 is uitgevoerd door VIJF Advies. Uit het rapport lijkt dat de directeur Veiligheidsregio de opdracht heeft verstrekt. Is deze aanname juist en zo ja, was de voorzitter van de Veiligheidsregio hiervan op de hoogte, of heeft hij enige invloed gehad op de inhoud van deze opdracht?

2. In de inleiding van het rapport wordt nadrukkelijk aangegeven dat bezuinigings-doelstellingen tot 15% moeten worden behaald in 2015. Een bezuinigingsopdracht die de gehele regio Limburg Noord treft. Herkent het college zich in deze opdracht en welk regiobreed politiek draagvlak ligt ten grondslag aan deze bezuinigingsopdracht?

3. Het onderzoeksrapport ademt naar mening van de SP-fractie een sfeer uit van een bedrijfskundige inslag. Deelt u de mening van de SP dat in geval van calamiteiten het juist de deskundigheid en ervaring van de operationele en tactische lijn is die bepalend is voor het succes van het eindresultaat? Zo nee, waarom niet?

4. Het rapport lijkt aan te geven dat de geneeskundige kolom en de brandweer kolom meer op elkaar moeten worden afgestemd. Deelt het college deze visie en heeft zij een beeld bij de manier waarop dit moet gebeuren?

In de rapportage staat letterlijk over de Veiligheidsregio: “(…) is niet alleen de uitvoerder van wettelijke taken van de deelnemende gemeenten, maar voert voor verschillende gemeenten ook niet-wettelijke taken uit. Op het gebied van brandveiligheid is een ontwikkeling zichtbaar dat de verplichte advisering aan gemeenten met betrekking tot preventie en pro-actie ook door andere partijen dan door de brandweer kan worden gedaan. De brandweer is hier nog onvoldoende op voorbereid. Hoewel de GGD op zichzelf al langer gewend is om ook niet-wettelijke taken voor gemeenten uit te voeren, kan ook in die kolom het opdrachtgevergericht werken verder versterkt worden. In de ontwikkeling van een op de opdrachtgever gerichte dienstverlenende organisatie, noodzakelijk om ook in de toekomst een sterke partner voor de deelnemende gemeenten te blijven, kan de samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de VRLN meer meerwaarde opleveren dan op dit moment het geval is. Er is synergievoordeel uit gezamenlijke klantcontacten te halen. Daarnaast wijst de OR terecht op een wellicht onbenut ondernemers-potentieel bij medewerkers. Deze aspecten zijn belangrijk om mee te nemen bij het noodzakelijke aanbrengen van meer focus op de opdrachtgever in de organisatie.” (3)
5. De SP duidt dit als een oproep tot marktwerking binnen onder andere de brandweer. Deelt het college het standpunt van de SP dat marktwerking als het gaat om preventie en pro-actie vanuit brandweerzorg onwenselijk is, en dat de brandweerzorg onder democratische zeggenschap dient te zijn? Zo nee, waarom niet?

6. De directeur Veiligheidsregio is volgens het rapport binnen de organisatie geplaatst
vanwege de behoefte aan het hebben van een eenduidige contactpersoon. De vraag die dit oproept - de rapportage lezende - is of dit wel een wenselijk doel is? Is het voor het college denkbaar dat de voorzitter van de Veiligheidsregio te maken heeft met een zogenaamde witte (geneeskundige) directeur en een brandweercommandant? Zo nee, waarom niet?

Het rapport spreekt over veel documenten en verslaglegging. Daarnaast wordt gesproken over beleidscapaciteit, ‘span of control’ (aansturing) en kwaliteitssystemen en certificaten. Echter, het doel van de Veiligheidsregio zou volgens de SP een goede en betrouwbare organisatie moeten zijn op het gebied van rampenopvang en de aanpak van ongevallen.
7. Kunt u aangeven welke certificaten, plannen en kwaliteitssystemen op wettelijke basis vereist zijn en welke bureaucratische ballast overboord kan?

8. Het rapport bespiegeld met name de directieleden en de commandant brandweer. Deze laatste functionaris krijgt het verwijt dat alle lijnen via hem lopen. De brandweer kennende als een sterk hiërarchische organisatie, is dat niet vreemd. Kent het college de reden waarom dit zo expliciet naar voren wordt gebracht in dit rapport?

Over de GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio) stelt het rapport: “De cultuur bij de GHOR is er een van hard en gemotiveerde netwerken, maar ook van een zekere vrijblijvendheid. Onduidelijk is of alle inspanningen die nu gepleegd worden echt noodzakelijk zijn: dat is meer een algemene aanname dan meetbaar” (4)
9. Aangezien de afgelopen periode er enkele calamiteiten zijn geweest wil de SP van het college weten of deze stelling in het rapport houdbaar is?

10. Het rapport geeft oordelen over hoe de Veiligheidsregio er in de toekomst uit zou moeten zien. Inclusief het aantal brandweerdistricten en de directievoering. Deelt het college deze onder hoofdstuk 2 op pagina 13 geplaatste richting? Bent u bereid dit aan uw raad voor te leggen, en hoe denkt u deze richting bestuurlijk af te hechten met de andere deelnemende gemeenten in de veiligheidsregio?

11. Op pagina 13 staat dat de organisatie niet ‘in control’ is. Hiermee lijkt men te doelen op de beheersbaarheid van de Veiligheidsregio. Dit is een zeer harde conclusie. Wetende dat nu enkel de brandweercommandant op non actief is gesteld, kan het college dan aangeven welke consequenties deze vaststelling heeft voor de overige directeuren/ leiding van de Veiligheidsregio?

12. Het rapport stelt dat het primaire proces ‘in control’ (beheerst) is maar dit bij de organisatie niet het geval is. Men lijkt hier te zeggen dat de beide kolommen gewoon goed functioneren maar dat de algehele organisatie dat minder doet. Kan dit volgens u vertaald worden tot het gegeven dat de mensen in de lijn met functies die direct met het oplossen van calamiteiten te maken hebben gewoon goed functioneren, maar het daar bovenliggende management faalt? Zo nee, hoe vertaalt u dit dan wel?

13. In het rapport worden 12 aanbevelingen gedaan. Deze komen de SP over als gericht op het management/ bedrijfskundig niveau en niet op de daadwerkelijke taakstelling van de Veiligheidsregio. Bent u voornemens deze aanbevelingen op te volgen en daarin met de overige gemeenten in de veiligheidsregio overleg te voeren? Zo nee, waarom niet?

14. Hoe gaat de voorzitter van de Veiligheidsregio borgen dat de deskundigheid op operationeel en tactisch gebied, aanwezig blijft binnen de Veiligheidsregio?

In afwachting van uw schriftelijke beantwoording, met vriendelijke groet,
Fractie SP-Venlo, Alexander Vervoort en Ton Heerschop

(1) Website L1, 10-02-2011, ‘Kritisch rapport over veiligheidsregio Noord-Limburg’. Het rapport is via de webpagina te lezen/ downloaden.
(2) ‘Vragen ex art. 37 rvo inzake rammelende organisatie veiligheidsregio en op non actief zetten van commandant’, Martin Camp, VVD-fractie Venlo, 06-02-2011.
(3) Rapportage doorlichting Veiligheidsregio Limburg Noord (VIJF Advies, 26-01-2011), pagina zes, vierde alinea.
(4) Rapportage doorlichting Veiligheidsregio Limburg Noord (VIJF Advies, 26-01-2011), pagina twaalf, eerste alinea.

15-02-2011: Dagblad de Limburger: 'Politiek wil meer info over rapport Veiligheidsregio'
10-02-2011: Website L1: Kritisch rapport over veiligheidsregio Noord-Limburg
04-02-2011: Website Dagblad de Limburger: Veiligheidsregio 'rammelt'
04-02-2011: Website L1: Commandant brandweer op non-actief en Website Dagblad de Limburger: Brandweercommandant op non-actief